Afgelopen vrijdag is er een nieuw Papageno Huis geopend in een voormalig kerkgebouw in de Friese plaats Lemmer. In het huis zijn appartementen gebouwd waar jongeren met autisme worden voorbereid op zelfstandig wonen. Naast woonruimte biedt het ook dagbesteding voor ongeveer 60 jongeren.

Psychologen en orthopedagogen moeten vaak een diagnose vaststellen. Maar waaraan moet een professionele aanpak van diagnose en classificatie precies voldoen? Heeft een diagnose en classificatie alleen positieve effecten op de cliënt? Hoe zit het met stigma? Kan het ook anders? Op deze vragen worden in dit boek antwoorden gegeven.

“De aandacht voor vriendschappen is in de loop van de 70'er jaren van de vorige eeuw langzaam toegenomen. Steeds meer werd ingezien dat relaties met leeftijdgenoten en in het bijzonder vriendschappen van invloed zijn op de ontwikkeling van kinderen. Vooral de laatste jaren is daarover veel kennis verzameld. Dat is rijkelijk laat als we bedenken dat eeuwen geleden al over de betekenis van vriendschap werd gefilosofeerd door grote denkers en wetenschappers als Aristoteles en Cicero”, schrijft Jan Dirk van der Ploeg in Waarom Vriendschappen belangrijk zijn. Van der Ploeg is emeritus hoogleraar orthopedagogiek aan de Universiteit Leiden.

Wat een plezier! Dit boek over onderzoek dat je aan het denken zet over de sociale wetenschappen en je aan de hand van voorbeelden en anekdotes doet verbazen over de methoden en technieken van onderzoek die daarin worden gebruikt. Er komen onderwerpen aan bod komen, zoals:

Leren, veranderen, waarheid, ethiek, handelingswijsheid…. het zijn op zichzelf tijdloze onderwerpen waar de Oude Grieken zich al mee bezig hielden. Nieuw in dit boek is het pleidooi van de onderzoeksgroep van de Kring Andragologie van de Universiteit van Amsterdam voor een eigen kennisgebied dat deze onderwerpen in een verbindende samenhang aan de orde stelt.
Hoe kunnen we jonge meisjes met een autismespectrumstoornis (ASS) helpen een positiever zelfbeeld te ontwikkelen? Communication & Multimedia Design-studenten Helena Hamstra en Larissa van Kooten beten zich in die vraag vast. Met succes.

Mensen met autisme hebben meer kans op maag-darmproblemen dan mensen zonder autisme vanwege psychische factoren, meldt de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA).

De link autismespectrumstoornissen (ASS) en motor coordination disorder (MCD) verdient meer aandacht in de zorg en het onderwijs vanwege zijn sleutelrol in de ontwikkeling van het sociale, emotionele en cognitieve functioneren. In DSM-5 worden motorcoördinatieproblemen bij ASS niet of zijdelings genoemd en in de praktijksituatie ondergediagnosticeerd en weinig in behandeling genomen. Bij ASS wordt de nadruk gelegd op sociale, communicatieve, adaptieve en cognitieve vaardigheden.

Een grote groep professionals in het sociaal domein heeft te maken met mensen die psychisch kwetsbaar zijn. Prof. dr. Hemmo Drexhage, Erasmus MC, legt in zijn boek Immuno-Psychiatrie over de relatie tussen het immuunsysteem en het brein uit hoe het immuunsysteem, het brein en het hormoonstelsel bij stress samenwerken. Hij geeft nieuwe verklaringen voor psychiatrische aandoeningen, auto-immuunziekten en ook long-covid vanuit een ontregelde samenwerking: een immuunsysteem-uit-balans. Drexhage: ‘De nieuwe inzichten uit de immunopsychiatrie zorgen voor een paradigmaverschuiving in de psychiatrie.’

De gemeente Den Haag gaat voortaan jaarlijks op 2 april de vlag hijsen ter gelegenheid van Wereld Autisme Dag. Het stadsbestuur wil daarmee actief uitdragen dat de gemeente een inclusieve werkgever is.

Bevindingen spreken het idee tegen dat mensen met een autismespectrumstoornis onverschillig zijn voor pijn.

Wetenschappers hebben door middel van haaranalyse kunnen vaststellen of er sprake is van autisme bij kinderen, zelfs al voor de kenmerken daarvan zichtbaar waren. De Amerikaanse Food & Drug Administration heeft dit onderzoek de status ‘baanbrekend’ gegeven, wat de kans vergroot dat er versneld een goedkeuring komt voor dit diagnostisch hulpmiddel.

Een van de aanbevelingen in de Zorgstandaard Autisme is de naasten van clienten met een autismespectrumstoornis (ASS) ondersteuning te geven in hun behoefte aan kennis en handvatten te geven om met de cliënt om te gaan. Ook is het belangrijk na te gaan hoe je als naaste in emotioneel opzicht goed voor jezelf kunt zorgen. Daarom hebben we een groepsaanbod ontwikkeld voor partners van mensen met autisme genaamd ‘Samen leven op eigen kracht’.

Vriendschappen vormen een verrijking en verdieping van het leven. Dat geldt ook voor jongeren. Vriendschappen geven de sociale en emotionele ontwikkeling een ‘boost’. Met een vriendschap staan jongeren sterker in hun schoenen, kunnen ze het leven beter aan en leren ze zichzelf ook beter kennen. Vriendschappen hebben kortom een positieve invloed op tal van terreinen: van gedrag en leerprestaties tot welzijn.

Kinderen en jongeren die buiten de lijntjes kleuren – het zijn de dromers, de ‘snelle Jelles’, de clowntjes, de uitvinders, de helpers of de dwarslopers. Velen van hen belanden in het hulpverleningscircuit, omdat hun gedrag niet wordt begrepen of als lastig wordt gezien. Soms krijgen zij een diagnose als ADD, ADHD of autisme. Vaker worden ze gelabeld aan de hand van hun gedrag, zoals brutaal, depressief of angstig. Maar is dat terecht?

De laatste jaren is er in de hulpverlening voor autisme veel aandacht voor de informatieverwerking in het brein en cognitieve behandelmogelijkheden. Inmiddels weten we echter uit ervaring ook dat het ‘ervaringsleren’ (het leren door het ervaren, dus het beleven van sensaties, emoties en handelingen) een grote bijdrage kan leveren.

In 'Autisme - vergeet de ouders niet' vertellen ouders van kinderen met autisme hun ervaringen. In hun verhalen zijn ze open en eerlijk over wat de diagnose ‘autisme’ met hen doet en over hun (soms moeizame) zoektocht om het beste voor hun kind te vinden. Ook komt aan de orde wat de zorg van Raeger doet voor de ontwikkeling van hun kind. Daarnaast delen ouders hoe ze de toekomst zien van hun kind met autisme of waar hun kind na het behandeltraject terecht is gekomen.

Geachte aanwezigen,
Nadat de titel van deze oratie bekend werd, kreeg ik al snel vragen van mensen met een autismediagnose. ‘Wiens spiegel?’ ‘En waarom achter de spiegel en niet ervoor?’ Aan het eind van deze oratie zal ik antwoord geven op deze vragen. Deze interactie kenmerkt echter ons huidige werk. Vroeger praatten we vooral over autisme, tegenwoordig praten we veel meer met mensen met autisme.

Op basis van literatuuronderzoek, focusgroepen en diepte-interviews kwam naar voren dat gedragsproblemen bij jongeren/jongvolwassenen met autisme samenhangen met een complex aan factoren op micro-, meso- en macroniveau. Dit complex aan factoren, uitgediept in dit artikel, zorgt ervoor dat de doelgroep niet optimaal kan participeren in de samenleving op diverse gebieden zoals scholing en werk.

Onder 1212 volwassen deelnemers met en zonder autisme werd onderzocht of
het hebben van een autismediagnose en de mate van autistische kenmerken voorspellend waren voor het hebben van een autistische partner. De resultaten geven
aan dat autistische deelnemers (12,3%) vaker een autistische partner hebben dan
deelnemers zonder autisme (7%). Dit geldt met name voor autistische vrouwen
(14,5%) vergeleken met autistische mannen (9,1%). De hoeveelheid autistische
trekken blijkt niet voorspellend voor het hebben van een autistische partner.
Binnen de autismegroep is er geen verband tussen het wel of niet hebben van een
autistische partner en relatietevredenheid. Dit verband is wel aanwezig binnen de
vergelijkingsgroep. Meer onderzoek is nodig om partnergelijkenis en de mogelijke gevolgen daarvan te onderzoeken.
Een omvangrijk overzicht van honderden artikelen uit onze vaktijdschriften, diverse boeken en allerhande beleidsdocumenten. Gerangschikt in overzichtelijke categorieën en via een handige zoekfunctie razendsnel beschikbaar.

In de klinische praktijk wordt de term ‘autistische burn-out’ regelmatig gebruikt,
maar het wetenschappelijk onderzoek naar dit fenomeen is tot nu toe beperkt. Deze
bijdrage is een eerste exploratie van de autistische burn-out, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur en klinische ervaringen die aangeven dat dit type burn-out
wordt gekenmerkt door uitputting, een verlies van vaardigheden en een toename
van autistische symptomen. De autistische beperkingen vergroten het risico op overbelasting en compliceren het herstel hiervan. Het is belangrijk om oog te hebben
voor deze vaak lang aanhoudende toestand van overbelasting en om de behandeling
aan te passen aan de manier van informatie verwerken die autisme kenmerkt.

Een systematisch literatuuronderzoek werd uitgevoerd in PubMed, Embase en PsycInfo naar interventiestudies die behandeleffecten onderzochten bij kinderen en volwassenen met een autismespectrumstoornis (ASS) en een comorbide obsessief-compulsieve stoornis (OCS). In totaal werden 6594 artikelen geïdentificeerd waarvan, na sequentiële controle van dubbelingen, titel, samenvatting en volledige tekst, acht artikelen voldeden aan de inclusiecriteria: een RCT, vier pre- en poststudies met controlegroep en drie pre- en poststudies zonder controlegroep. Alle studies onderzochten het effect van cognitieve gedragstherapie (CGT), wat over het algemeen effectief blijkt te zijn in de behandeling van mensen met OCS en comorbide ASS. Nader onderzoek is nodig om te bepalen of ASS specifieke aanpassing van de CGT effectiever is in het verminderen van OCS-symptomen dan reguliere CGT.

In deze druk is nu ook extra aandacht voor onderprikkeling en hoe hiermee om te gaan.
Een groot deel van de mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) en/of AD(H)D kampen gedurende hun hele leven met een overgevoeligheid voor prikkels. Overgevoeligheid kan leiden tot serieuze lichamelijke en/of psychische klachten, zoals vermoeidheid, labiliteit, hoofdpijn, paniekaanvallen en in ergere gevallen burn-out of hartklachten. Welke klachten dat zijn en welke situaties aanleiding tot overprikkeling geven, is, net als de overgevoeligheid zelf, per persoon verschillend.

Lifehacks voor meiden met autisme is een eigentijds en vlot geschreven boek voor meisjes en meiden met autisme. Het geeft informatie, tips en soms eenvoudige oefeningen voor allerlei thema’s waar deze meisjes in hun (dagelijks) leven tegenaan kunnen lopen: samenwerken, huiswerk maken, roddelen, keuzestress, overprikkeling, ingewikkelde gevoelens, puberteit, kleding, make-up, verliefdheid en seksualiteit.

Dit essay beschrijft genderidentiteit in relatie tot autismespectrumstoornissen en legt de nadruk op de rol van de sociale en emotionele ontwikkeling binnen de genderidentiteit en binnen de interpretatie van uitingen en gedrag. Er wordt betoogd dat deze factor van belang is in de interpretatie, maar ook in de besluiten rond behandeling en mogelijk onomkeerbare behandeltrajecten.

Neurospeciale kinderen leren en reageren anders, omdat hun hersenen zich anders ontwikkelen, zoals bij ASS, AD(H)D, DCD en soms ook bij VB, TOS en dyslexie. Ze aanspreken op hun gedrag werkt dan ook vaak niet. Dit boek geeft nieuwe inzichten in hoe hun gedrag een weerspiegeling is van onderliggende problemen.

“Mijn zoon kan zich niet meer aanpassen aan school. Ik denk dat ik daar de schuld van ga krijgen”, zei een verontruste moeder tegen mij. Haar uitspraak brak m’n hart, want ik heb al een aantal jaren gesprekken met haar. Ik ken haar als een moeder die precies weet wat haar kind nodig heeft en daarvoor enorm hard vecht. Als we iemand zouden moeten eren, dan is zij het wel. Waarom gebeurt dit dan?

De laatste jaren komt er steeds meer aandacht voor de samenhang tussen autismespectrumstoornis (ASS) en genderdysforie (GD). Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met ASS meer gendervariantie laten zien dan mensen zonder ASS. Door de moeilijkheden passend bij ASS (beperkte sociale vaardigheden, problemen op het gebied van informatieverwerking en moeite met veranderingen) lijkt de reguliere GD-behandeling niet voldoende toegerust voor deze specifieke doelgroep. In dit onderzoek willen we meer inzicht krijgen in de klinische behoeften van jongeren met ASS en GD en hun ouders.

Neurospeciale kinderen leren en reageren anders omdat hun hersenen zich anders ontwikkelen, zoals bij ASS, AD(H)D, DCD en soms ook bij VB, TOS en dyslexie. Deze oprechte en gevoelige kinderen laten vaak moeilijk te begrijpen gedrag zien en willen het liefst dat de dingen op hun voorwaarden gaan. Een gedragsmatige aanpak werkt vaak niet. Dit boek geeft inzicht in de onderliggende problemen en komt daardoor tot andere, meer passende oplossingen.

In deze bijdrage wordt onderzoek beschreven naar mogelijke risicofactoren voor
het ontstaan van gedragsproblemen bij mensen met zowel een verstandelijke
beperking als met een auditieve beperking. Omdat een stoornis binnen het
autismespectrum
bij deze groep mensen regelmatig wordt gediagnosticeerd
werd tevens onderzocht of deze comorbiditeit een van de risicofactoren is.

Wereldwijd zijn vele nieuwe inzichten ontstaan op het gebied van autisme, menselijk gedrag en de stresservaringen die hiermee gepaard gaan. Reguliere oude kennis van autisme is niet meer voldoende noch voor ouders, professionals in onderwijs en zorg, noch voor mensen met autisme. Dit boek laat aan de hand van de laatste inzichten op het gebied van stress, emoties en de werking van het brein zien wat mensen met autisme wel helpt.

Gehechtheid speelt een belangrijke rol in de ontwikkeling van een kind. De kwaliteit van de gehechtheidsrelatie is gekoppeld aan de sensitiviteit van de ouder. Bij kinderen met autisme speelt gehechtheid ook een heel belangrijke rol in de ontwikkeling en de effecten van de gehechtheidsrelatie zijn bij kinderen met ASS nog veel sterker. Door verhoging van de sensitiviteit voor autisme bij ouders, ervaren zowel ouders als kinderen positieve effecten in interactie en ontwikkeling.
Helaas is er een drukfout in het artikel ASS of onveilige hechting bij volwassenen van Nanda Tak geslopen. Het figuur op pagina 20 klopt niet.

Mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) hebben vaker last van eetproblemen. Wanneer is iemand een moeilijke eter en wanneer heeft iemand een eetstoornis? Wat is het verschil en zijn er ook overlappingen?
In dat kader zou je ook kunnen denken aan Anorexia en ARFID, beiden het selectieve eten genoemd. ARFID is de afkorting van Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder of in het Nederlands vermijdende/restrictieve voedselinname stoornis. Bij eetproblemen is het van groot belang het onderliggende probleem, zo niet de juiste diagnose, goed te erkennen en te begrijpen voordat er tot behandeling kan worden overgegaan.

Jonge kinderen (baby’s, dreumes en peuters) die later een autisme spectrum stoornis blijken te hebben, geven vaak al vroeg in hun ontwikkeling signalen af die wijzen op een minder vanzelfsprekende ontwikkeling. Het is belangrijk deze signalen tijdig te herkennen en deze vervolgens op een adequate manier met ouders te bespreken. Zo ontstaat er ruimte om op maat te kunnen doen wat nodig is. Want vroeginterventie op jonge leeftijd blijkt van groot belang; niet alleen voor de ontwikkeling van het jonge kind met autisme (kenmerken), maar ook voor zijn/haar ouders.

In de afgelopen elf jaar is in Nederland de term ‘autismevriendelijk’ in zwang
gekomen als aanduiding voor diensten of organisaties die claimen geschikt te
zijn voor mensen met autisme. Het artikel beschrijft
de conceptuele geschiedenis van hoe de term ‘autismevriendelijk’ in 2009 in
Nederland werd geïntroduceerd en in vijf jaar tijd uitgroeide tot een term met
landelijke bekendheid.

In dit artikel wordt de rol van de regiebehandelaar in de hulpverlening aan volwassenen met een autismespectrumstoornis (ASS) onder de aandacht gebracht en gerelateerd aan het model kwaliteitsstatuut ggz (2018) en de Zorgstandaard Autisme (2017).

Wat levert vijftig jaar autisme onderzoek en praktijkervaring op? In 1968 verscheen het eerste proefschrift over autisme in ons land. Sindsdien is de kennis over autisme enorm toegenomen. Wetenschappelijk onderzoek, de ontwikkelingen van behandelmethoden en (h)erkenning van de maatschappij hebben daaraan bijgedragen.

Mensen met een autismespectrumstoornis (ASS) ervaren vaak problemen bij het
behouden van een baan, terwijl de wil om te werken er is, zo ook de capaciteiten
en vaardigheden voor een goede uitvoering van het werk. Het langlopende
Philips Werkgelegenheidsplan (WGP) probeert mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt naar regulier werk te begeleiden. Philips is zich in toenemende
mate gaan toespitsen op mensen met ASS.

Er bestaan verschillende interventies om het inlevend vermogen, ook wel ‘Theory
of Mind’-vaardigheden genoemd, bij kinderen met autismespectrumstoornis
(ASS) te verbeteren. In deze bijdrage werden kinderen met ASS (7-12 jaar oud; n =
140) random toegewezen aan een wachtlijstcontrole of ToM-training waarbij acht
weken lang groepslessen werden aangeboden waarin vaardigheden aan bod kwamen
zoals emotieherkenning, verbeelding, begrijpen van misleiding en humor.

Er bestaan verschillende ideeën en vooroordelen over mensen met autisme. Steeds vaker worden ze bijvoorbeeld geïdealiseerd afgebeeld in films en romans. De personages beschikken dan over een bijzonder talent of unieke passie. Tegelijkertijd is de term ‘autistisch’ ons dagelijkse vocabulaire ingeslopen en worden personen die niet volledig voldoen aan de maatschappelijke of sociale norm snel afgeschilderd als autist. Hoe kunnen we deze naast elkaar bestaande discoursen verklaren? Welke historische ontwikkelingen liggen eraan ten grondslag?

In deze special issue met als thema ‘Zelfstandigheid en weerbaarheid’ worden de
resultaten van een aantal van deze werkgroepen en projecten beschreven. Deze bijdragen
zijn illustratief voor de uiteenlopende methoden die gebruikt zijn om de gezamenlijke
doelstelling te behalen.
Hoe autisme zich uit bij meisjes is een relatief onbekend fenomeen. Dit levert
problemen op voor de diagnostiek en behandeling omdat er een grote kans
bestaat dat autisme bij meisjes niet herkend wordt als het klinische beeld voor
jongens met autisme als standaard wordt gehanteerd.
Kinderen met een niet-Nederlandse achtergrond zijn ondervertegenwoordigd bij
instellingen die gespecialiseerd zijn in het diagnosticeren en behandelen van
autismespectrumstoornissen. Blijkbaar zorgen cultuurverschillen ervoor dat zij
niet in behandeling komen.

Het is niet het meest voor de hand liggende koppel – autisme en humor – maar
ze lijken elkaar eindelijk gevonden te hebben, tenminste als we af gaan op de
manier waarop autisten – of beter, personages die zich ergens op het autistisch
spectrum bevinden – de laatste jaren steeds vaker worden afgebeeld in romans,
films en sitcoms.

In het kader van de Autismeweek organiseert ‘Beter werken met autisme’ op dinsdag 2 april een minisymposium met de titel “Krachtig in het werk met Autisme!”. Het symposium vindt plaats in het Radboudumc in Nijmegen en de toegang is gratis.

Als we praten over autisme lijkt het of we intuïtief aanvoelen wat we met die term bedoelen. Toch heeft het autisme meerdere betekenislagen die elkaar niet noodzakelijk geheel overlappen. Leo Kanner beschreef autisme als een ontwikkelingsstoornis uit de kindertijd. Voor Hans Asperger was het een levenslange persoonlijkheidspathologie.

In Nederland wonen naar schatting 190.000 mensen met de diagnose autisme. Ruim tweederde van hen neemt niet deel aan het arbeidsproces. Zij hebben vaak het stempel ‘arbeidsgehandicapt’ en werk is meestal niet hun belangrijkste bron van inkomsten. Dit blijkt uit cijfers van de Nederlandse Vereniging voor Autisme.

De begeleiding van leerlingen met autisme in het voortgezet onderwijs | Multiple Complex Developmental Disorder in de volwassenheid: een psychodynamische invalshoek | Nederlandse hertaling van de PEERS-training | Ervaringsdeskundigen en professionals: betekenisvol samenwerken | Empathie bij vrouwen en mannen met een autismespectrumstoornis
Helaas is er een drukfout in het artikel Empathie bij vrouwen en mannen met een autismespectrumstoornis van M.E. Akkermans, D.A.C. Pieper de Vries, C.J.H.H. Schoenmakers en G.E. van Son geslopen. De tekst op pagina's 9 t/m 11 klopt niet.

Empathie bij vrouwen en mannen met een autismespectrumstoornis | Autisme en omgaan met onzekerheid | Hoogfunctionerend autisme en automatisering | Voorbij de diagnose | Autisme en ernstige psychiatrische aandoeningen: bij wie hoort die patiënt? | De werking van oxytocine bij autisme

Autisme en anorexia bij volwassenen | Ego’s, ouders en profeten: een kleine geschiedenis van het autisme | Psychotherapie voor depressie bij volwassenen met autisme | Beïnvloeding van sociaal gedrag bij adolescenten met autisme | Moeilijke eters met autisme | DSM-5 en gebruik van de ernstscores bij ASS | Kinderen van ouders met autisme

De diagnose autismespectrumstoornis op latere leeftijd | Incontinentie en autisme – onderbelicht maar behandelbaar | Hoe de classificatie autisme haar essentie verloor | De neurobiologische rol van autismegerelateerde eiwitten

Vrouwen met autisme van Bronja Prazdny | Katatonie bij autisme: de rol van elektroconvulsietherapie | Tinbergens ethologische benadering van autisme | Dramatherapie en autisme: een pilotstudie
Sinds begin 2017 geeft Uitgeverij SWP het Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme (WTA) uit. Dit unieke Nederlandse tijdschrift behandelt onderwerpen die je nooit en te nimmer op andere wijze tegen zou komen in de Amerikaanse vakliteratuur en is geschikt voor een ieder die affiniteit heeft met of interesse heeft in autisme.

Darmproblemen bij verstoorde breinontwikkeling | Longitudinaal onderzoek naar de emotionele
en sociale ontwikkeling van baby’s | Gedeelde en unieke oorzaken van autisme en
attention deficit/hyperactivity disorder | Autismescreening op de kleuterschool? | De autistische therapeut, Ryan Tebbit (2016) | Hoe Daan zijn probleemgedrag achter zich liet

Allochtone kinderen met autisme | Kinderen met autisme binnen het regulier basisonderwijs | Cognitieve veroudering bij volwassenen met autisme | Een vierluik op mindfulness bij autisme | Sterkte en zwakte diagnostiek bij (het vermoeden van) hoogbegaafdheid plus autisme | De autistische therapeut, Ryan Tebbit (2016) | Hoe Daan zijn probleemgedrag achter zich liet

Ervaringen en aanbevelingen van jongeren met autisme, ouders en professionals bij de transitie naar volwassenenpsychiatrie | Een beetje boos is okay; emotie regulatie bij kinderen met autisme | De VSCG: De ontwikkeling van een vragenlijst voor het meten van vroeg sociaal communicatief functioneren bij zeer jonge kinderen met autisme | Gefocust op behoud van werk en toch een brede blik: Kwalitatieve evaluatie van een arbeidsrehabilitatie-programma voor werknemers met autisme

Miscommunicatie in de hersenen? Autisme vanuit een neurobiologisch perspectief | De effectiviteit van sociale vaardigheidstraining bij volwassenen met een autismespectrumstoornis | Nationaal Autisme Congres 2016 | Een autismespectrumstoornis bij dubbele-diagnosepatiënten: een verkennend onderzoek door middel van screening | Van zwijgzaam jongensgedrag tot een lichte vorm …

Netwerk in Actie (NiA): het sociaal netwerk in de behandeling van mensen met autisme | De rol van empathie in het omgaan met mensen met een cognitief-emotionele beperking | Een executieve functietraining voor kinderen met autisme | De Nederlandse Empathie Quotiënt (EQ) en Systematiseren Quotiënt (SQ) | Psychodiagnostiek van een autismespectrumstoornis bij volwassenen: DSM-5-classificatie en diagnose in context Netwerk …