Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme

In editie 1 2022 | Hebben mensen met autisme vaker een autistische partner? & meer...

Onder 1212 volwassen deelnemers met en zonder autisme werd onderzocht of het hebben van een autismediagnose en de mate van autistische kenmerken voorspellend waren voor het hebben van een autistische partner. De resultaten geven aan dat autistische deelnemers (12,3%) vaker een autistische partner hebben dan deelnemers zonder autisme (7%). Dit geldt met name voor autistische vrouwen (14,5%) vergeleken met autistische mannen (9,1%). De hoeveelheid autistische trekken blijkt niet voorspellend voor het hebben van een autistische partner. Binnen de autismegroep is er geen verband tussen het wel of niet hebben van een autistische partner en relatietevredenheid. Dit verband is wel aanwezig binnen de vergelijkingsgroep. Meer onderzoek is nodig om partnergelijkenis en de mogelijke gevolgen daarvan te onderzoeken.
In editie 1 2022 | Hebben mensen met autisme vaker een autistische partner? & meer...

Onder 1212 volwassen deelnemers met en zonder autisme werd onderzocht of het hebben van een autismediagnose en de mate van autistische kenmerken voorspellend waren voor het hebben van een autistische partner. De resultaten geven aan dat autistische deelnemers (12,3%) vaker een autistische partner hebben dan deelnemers zonder autisme (7%). Dit geldt met name voor autistische vrouwen (14,5%) vergeleken met autistische mannen (9,1%). De hoeveelheid autistische trekken blijkt niet voorspellend voor het hebben van een autistische partner. Binnen de autismegroep is er geen verband tussen het wel of niet hebben van een autistische partner en relatietevredenheid. Dit verband is wel aanwezig binnen de vergelijkingsgroep. Meer onderzoek is nodig om partnergelijkenis en de mogelijke gevolgen daarvan te onderzoeken.

Door:  Sanne Roels & Sander Begeer

Lees het artikel via deze pagina.

De vroege embryonale ontwikkeling en het microbioom bij autisme
Door:  Annemie Ploeger

Autismespectrumstoornis (ASS) is een complexe stoornis, met een heterogene set aan symptomen en oorzaken (Masi, DeMayo, Glozier, & Guastella, 2017). Het is bekend dat aan ASS een grote genetische component ten grondslag ligt (Th apar & Rutter, 2020). Daarnaast is er ook een aantal omgevingsrisicofactoren bekend, zoals overgewicht van de moeder en gebruik van antidepressiva tijdens de zwangerschap (Kim et al., 2019). Toch weten we nog steeds niet wat de oorzaak van ASS is, wat het stellen van de juiste diagnose en het vinden van een goede behandeling bemoeilijkt. In dit artikel worden twee hypotheses over het ontstaan van ASS besproken. De eerste hypothese is dat ASS heel vroeg tijdens de embryologische ontwikkeling ontstaat, ofwel door genetische mutaties ofwel door een verstoring van de vroege ontwikkeling van buitenaf (Ploeger, Raijmakers, Van der Maas, & Galis, 2010). De tweede hypothese is dat ASS ontstaat door een verstoring van het microbioom in de darmen (Mulle, Sharp, & Cubells, 2013). Als afsluiting wordt geconcludeerd dat deze twee hypotheses gecombineerd kunnen worden.

Lees het artikel via deze pagina.

Werken aan het zelfbeeld van kinderen met ASS

Door: Marga Kwakman, Stella Balci & Bianca Boyer

Werken aan je zelfbeeld is een cognitieve gedragstherapie om het negatieve zelfbeeld van kinderen te verbeteren, gebaseerd op Competitive Memory Training (COMET). Met behulp van een gerandomiseerd pilotonderzoek werd het behandelprotocol onderzocht bij 24 kinderen (van 8-16 jaar) met een ASS-diagnose voor wat betreft het zelfb eeld en comorbide psychopathologie. Ouders van deze kinderen (experimentele groep) rapporteerden een signifi cante verbetering van het zelfb eeld en de externaliserende gedragsproblematiek van hun kind, vergeleken met ouders van de kinderen die alleen de gebruikelijke zorg ontvingen (controlegroep).

Lees het artikel via deze pagina.

Autisme, anorexia en sociaal kijkpatroon

Door: Anke Scheeren

Mensen met autisme hebben een groter risico op een eetstoornis of kenmerken daarvan dan mensen zonder autisme. Zo blijkt uit onderzoek dat ongeveer een kwart van autistische vrouwen een klinisch niveau van een eetstoornis rapporteert. Andersom wordt hetzelfde patroon gezien: mensen met anorexia rapporteren gemiddeld meer autistische kenmerken dan mensen zonder anorexia. Het is nog onduidelijk of die autistische kenmerken van anorexia een gevolg zijn van uithongering, of ook aanwezig blijven na herstel. Sommige studies laten een verbetering zien in cognitieve fl exibiliteit en sociaal functioneren na herstel van anorexia.

Download het artikel via deze pagina.

Dirk Arnold van Krevelen, een vergeten autismepionier

Door:   Niels Springveld

Dirk Arnold van Krevelen (1909-1979) was bij leven een van de belangrijkste kinderpsychiaters en autismeonderzoekers wereldwijd, maar is na zijn dood in de vergetelheid geraakt. De directeur van de Curium-kliniek in Oegstgeest en lector Kinderpsychiatrie aan de Rijksuniversiteit Leiden was een van de eersten die het werk van Hans Asperger en Leo Kanner vergeleek. Hij beweerde al vroeg dat autisme een genetisch bepaalde stoornis was en sprak zich uit tegen pedagogen, psychologen en psychiaters die moeders de schuld van het autisme van hun kind gaven. Dit artikel bespreekt het werk van Van Krevelen, in het bijzonder zijn bijdragen aan het autismeonderzoek, in een poging om hem te rehabiliteren.

Lees het artikel via deze pagina.

Meer lezen? Word abonnee! 

Digitaal nummer bestellen? Klik hier!