Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme

In editie 2 2025 | Wet Passend Onderwijs en autisme & meer...

Het Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme nummer 2, 2025 opent met een studie naar de effecten van de Wet Passend Onderwijs ingevoerd in 2914. Het uitgangspunt van de wet is dat kinderen zo veel mogelijk regulier onderwijs volgen. De resultaten geven de noodzaak aan om de ondersteuning van kinderen met autisme in het reguliere onderwijs te verbeteren en nader in te spelen op hun steeds veranderende behoeften. Andere onderwerpen in dit nummer zijn gewijd aan cultuur en autisme, het interoceptief bewustzijn, de specifieke problemen waar ouders met autisme tegenaan lopen bij de opvoeding van hun kinderen, en wordt het werkboek Zelfinzicht van kritische noten voorzien.
In editie 2 2025 | Wet Passend Onderwijs en autisme & meer...

Wet Passend Onderwijs en autisme

In deze studie onderzochten we of de invoering van de Wet Passend Onderwijs invloed heeft gehad op de plaatsing van kinderen met autisme in regulier of speciaal onderwijs. Aan de hand van gegevens uit het Nederlands Autisme Register (NAR) werd gekeken welke kenmerken van het kind de kans op plaatsing in speciaal onderwijs beïnvloeden en hoe vaak kinderen wisselden tussen regulier en speciaal onderwijs. De resultaten laten zien dat de Wet Passend Onderwijs niet heeft geleid tot een afname van het aantal kinderen met autisme in speciaal onderwijs (gemiddeld 60% speciaal en 40% regulier onderwijs). Vooral kinderen met een lagere intelligentie, bijkomende diagnoses en gedragsproblemen hadden een grotere kans op plaatsing in speciaal onderwijs. Daarnaast vonden de meeste wisselingen naar speciaal onderwijs plaats in de eerste jaren na de invoering van de Wet Passend Onderwijs. De bevindingen benadrukken de noodzaak om de ondersteuning in het reguliere onderwijs te verbeteren en beter in te spelen op de veranderende behoeft en van kinderen met autisme.

Door:   Chantal van den Helder, Rachel Plak, Martijn Meeter & Sander Begeer

Lees het artikel via deze pagina.

Cultuur en autisme: antropologische overdenkingen

Zorgverleners krijgen te maken met de invloed van diverse culturen en levensbeschouwingen. De diversiteit aan achtergronden van patiënten is soms groot en ogenschijnlijk complex. Zorgverleners maken bijvoorbeeld kennis met andere visies op ziekte, beperkingen en problemen. Voorts kan het hulpzoekgedrag vanpatiënten en hun naasten anders zijn dan zij gewend zijn. Datzelfde geldt ook voor levens- en opvoedingsstijlen. In dit artikel worden praktische tips gegeven over hoe zorgverleners cultuursensitief kunnen communiceren met patiënten die symptomen van autisme vertonen en hun naasten.

Door:     Cor Hoffer

Lees het artikel via deze pagina.

Het interoceptief bewustzijn bij volwassenen met ASS en de relatie met alexithymie en gender

Aangenomen wordt dat volwassenen met ASS over een zwak interoceptief bewustzijn beschikken en vaak moeite hebben met zelfregulatie, wat leidt tot psychische en lichamelijke problemen. Psychomotorische Th erapie (PMT) richt zich op het verbeteren van deze processen en wordt bij deze doelgroep veel gebruikt. Toch is er weinig empirisch bewijs voor de eff ectiviteit van PMT. In dit onderzoek werd nagegaan of autismespectrumstoornis (ASS) geassocieerd is met een verminderd interoceptief bewustzijn en hoe dit samenhangt met alexithymie en gender. Bij 61 volwassen (poli)klinische patiënten met ASS werd de mate van interoceptief bewustzijn gemeten met de Multidimensional Assessment of Interoceptive Awareness versie 2 (MAIA-2) en vergeleken met de Nederlandse normgroep. Associaties tussen interoceptief bewustzijn en alexithymie werden in kaart gebracht met de MAIA-2 en de Toronto Alexithymia Scale (TAS-20). Daarnaast werd de mate van interoceptief bewustzijn tussen mannen en vrouwen vergeleken. De groep met ASS scoorde significant lager dan de normgroep op alle subschalen van de MAIA-2. Zes van de acht subschalen hingen signifi cant negatief samen met alexithymie. Daarnaast werden er signifi cante verschillen gevonden tussen mannen en vrouwen met ASS op de subschalen ‘niet-verontrustend’ en ‘vertrouwen in lichaam’. Het onderzoek benadrukt het belang van het inzetten van PMT bij het verbeteren van zelfregulatie en interoceptief bewustzijn en het belang van het gebruik van de MAIA-2.

Door:     Lieke Godschalk van Steenbergen, Mia Scheffers & Janet Moeijes

Lees het artikel via deze pagina.

Het effect van de interventie ‘Opvoeden als je zelf autisme hebt’ op de ouder-kindrelatie en het psychisch welbevinden van het kind

Ouders met autisme lopen bij de opvoeding van hun kinderen aan tegen specifieke problemen en hebben moeite om hier de juiste ondersteuning bij te vinden. Dit is de eerste studie naar de effecten van de ‘blended’ behandelinterventie ‘opvoeden als je zelf autisme hebt’, die binnen GGZ Noord-Holland-Noord wordt gegeven. Hierbij stonden de ouder-kindrelatie en het psychisch welbevinden van het kind centraal. Het onderzoek werd uitgevoerd via een observationeel pre-post design met vier herhaalde metingen onder 25 ouders met autisme. De interventie had geen significant effect op de ouder-kindrelatie en het psychisch welbevinden van het kind. Deze bevinding wordt in de discussie verder uitgewerkt, mede in het licht van een gelijktijdig uitgevoerde ‘parallel research’ bij dezelfde deelnemers, waarbij een significante afname van de opvoedingsstress werd gevonden. Er wordt geconcludeerd dat de interventie in dat opzicht een positief effect heeft en daardoor waardevol is, maar dat dit zich (nog) niet uit in secundaire effecten, zoals verbeteringen in de ouder-kindrelatie of het psychisch welbevinden van het kind.

Door:      Eveline van Geuns, Lisa Snip, Fabiana Engelsbel & Rosa van Mourik

Lees het artikel via deze pagina.

Werkboek zelfinzicht bij autisme, door Th ijs van der Rol, Marijn Hindriks, Quirijn Spijker

Boekbespreking van de NIPA-module Zelfi nzicht bij autisme, die een draaiboek biedt voor een groepsgewijze interventie. Hierin gaan acht tot tien volwassenen met ‘persoonskenmerken die passen bij autisme’ onder leiding van twee trainers in acht tot negen bijeenkomsten in gesprek over hun autisme. De NIPA-module is op een aantal punten ongetwijfeld een verbetering ten opzichte van hoe psycho-educatie tot nu toe vaak door ggz-instellingen werd gegeven, maar kent tegelijkertijd ook zijn beperkingen. De waarde ligt er vooral in dat het trainers die psycho-educatie geven laat zien hoe dit mogelijk is op een gestructureerde manier die beter aansluit bij de vragen van volwassenen met autisme.

Door:     Thijs van der Rol, Marijn Hindriks & Quirijn Spijker

Lees het artikel via deze pagina.

 

Abonnee worden? Klik hier! Nieuwe abonnees ontvangen het boek Allemaal Autistisch gratis!