Vooral de relatief goede sociale vaardigheden bij meisjes met autisme kunnen verbloemend werken. In dit onderzoek hebben we bij meisjes met en zonder autisme gekeken naar hun empathische reactie op een proefleider die zich pijn doet tijdens de testsituatie. Ter vergelijking hebben we ook jongens met en zonder autisme in het onderzoek meegenomen (gemiddelde leeftijd 11 jaar). De uitkomsten laten zien dat meisjes (met en zonder autisme) empathischer reageren dan jongens (met en zonder autisme), maar tussen de deelnemers met en zonder autisme vinden we geen verschillen. Bovendien zien we ook een kwalitatief verschil tussen de meisjes en de jongens: meisjes reageren vaker op de emotie van de testleider (‘Gaat het?’), terwijl jongens zich vaker probleemoplossend opstellen. Deze uitkomsten geven inderdaad reden om te denken aan een ander fenotype bij meisjes met autisme in vergelijking met jongens met autisme.
Autisme in meisjes wordt vaak niet herkend, noch door de omgeving, noch door professionals. Ook in Nederland (Begeer et al., 2013) gebeurt dit. Mogelijk heeft autisme bij meisjes een andere verschijningsvorm, oftewel een ander ‘fenotype’ (Mandy, Chilvers, Chowdhury, Salter, Seigal, & Skuse, 2012). Meisjes in het algemeen stellen zich vaak socialer op dan jongens, wat al zichtbaar is vanaf de kleutertijd (Meland, Kaltvedt, & Reikerås, 2016). Dit kan ook bij meisjes met autisme het geval zijn, waardoor de specifieke sociale kenmerken van autisme minder opvallen of de klachten milder zijn dan bij jongens (Lai et al., 2011; Zwaigenbaum et al., 2012). Een alternatieve optie is dat als meisjes met autisme beter inzicht hebben in de gangbare sociale regels dan jongens, zij daardoor (bewust dan wel onbewust) ook beter in staat zijn allerlei kenmerken van autisme (oppervlakkig) te verbloemen (Gould & Ashton- Smith, 2011; Grove, Hoekstra, Wierda, & Begeer, in press). Dit wordt ook wel compenseren en camoufleren genoemd. Zeker bij meisjes met een normale tot hoge intelligentie en/of goede taalvaardigheden wordt het autisme vaker gemist (Dworzynski, Ronald, Bolton, & Happé, 2012). Het vermoeden is dat door dit andere fenotype van autisme bij meisjes, zij vaak geen of een andere psychiatrische diagnose krijgen (zie bijvoorbeeld Solomon, Miller, Taylor, Hinshaw, & Carter, 2012) en dat de classificatie autisme bij meisjes en vrouwen geregeld pas op veel latere leeftijd gesteld wordt (Shattuck et al., 2009).
Lees verder op pagina 16 van het nummer 2 - 17 van WTA. Nog geen abonnee? Klik dan hier.