Wetenschappelijk Tijdschrift Autisme

In editie 4 2021 | De autistische burn-out & meer...

In de klinische praktijk wordt de term ‘autistische burn-out’ regelmatig gebruikt, maar het wetenschappelijk onderzoek naar dit fenomeen is tot nu toe beperkt. Deze bijdrage is een eerste exploratie van de autistische burn-out, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur en klinische ervaringen die aangeven dat dit type burn-out wordt gekenmerkt door uitputting, een verlies van vaardigheden en een toename van autistische symptomen. De autistische beperkingen vergroten het risico op overbelasting en compliceren het herstel hiervan. Het is belangrijk om oog te hebben voor deze vaak lang aanhoudende toestand van overbelasting en om de behandeling aan te passen aan de manier van informatie verwerken die autisme kenmerkt.
In editie 4 2021 | De autistische burn-out & meer...

In de klinische praktijk wordt de term ‘autistische burn-out’ regelmatig gebruikt, maar het wetenschappelijk onderzoek naar dit fenomeen is tot nu toe beperkt. Deze bijdrage is een eerste exploratie van de autistische burn-out, gebaseerd op wetenschappelijke literatuur en klinische ervaringen die aangeven dat dit type burn-out wordt gekenmerkt door uitputting, een verlies van vaardigheden en een toename van autistische symptomen. De autistische beperkingen vergroten het risico op overbelasting en compliceren het herstel hiervan. Het is belangrijk om oog te hebben voor deze vaak lang aanhoudende toestand van overbelasting en om de behandeling aan te passen aan de manier van informatie verwerken die autisme kenmerkt.

Door:  Annelies Spek, Michelle Kiep & Carolien Wijker

Lees het artikel via deze pagina.

Effecten van een sociale responsiviteitstraining op jongeren met ASS
Door:  Sakinah Binti Idris, Björn-Jamie van Pelt, Gabrine Jagersma, Jorieke Duvekot, Athanasios Maras, Jan van der Ende, Neeltje van Haren & Kirstin Greaves Lord

De PEERS® (Programma voor de Educatie en vErrijking van Relationele Skills)- training richt zich mede via huiswerkopdrachten en ouderbijeenkomsten op het aanleren van leefijdsadequate vriendschapsvaardigheden (Laugeson, Frankel, Gantman, Dillon, & Mogil, 2012; Laugeson, Frankel, Mogil, & Dillon, 2009). De resultaten van het huidige gerandomiseerde, gecontroleerde onderzoek geven aan dat deze training de sociale responsiviteit bij jongeren met ASS verbetert, aldus zelf- en ouderrapportages. Echter, een objectieve gedragsobservatie geeft aan dat de verbetering in sociale vaardigheden vergelijkbaar was met de verbetering in sociale vaardigheden bij de controlegroep.

Lees het artikel via deze pagina.

Autorijden en autisme

Door: Anke Scheeren

Voor mensen met autisme die in Nederland hun rijbewijs willen behalen, bestaat er een verplichte medische keuring, een gesprek met een psychiater, om de rijgeschiktheid te bepalen. De keuring kan op advies van de psychiater aangevuld worden met een rijtest, maar deze is sinds 2021 niet meer verplicht. Er zijn nog weinig wetenschappelijke studies verricht naar de rijvaardigheden en rijervaringen van mensen met autisme. Is er enig bewijs dat bestuurders met autisme autorijden lastiger vinden of risicovoller rijgedrag laten zien in vergelijking met niet-autistische bestuurders? En als er verschillen zijn, waar ligt dat dan aan? Executieve functies zoals de aandacht vasthouden of flexibel omgaan met veranderende omstandigheden zijn relevante vaardigheden in het verkeer, en sommige mensen met autisme hebben moeite met een of meerdere executieve functies. In 2020 publiceerden Patrick en collega’s een studie naar het verband tussen executieve functies en de rijvaardigheden van autistische jongvolwassenen.

Lees het artikel via deze pagina.

Autisme binnen de opvoeding

Door: Jacqueline Bailly, Leontine ten Hoopen, Jorieke Duvekot & Kirstin Greaves-Lord

In deze studie werd de relatie onderzocht tussen de ervaren opvoedbelasting van ouders met een kind met (kenmerken van) een autismespectrumstoornis (ASS) en de mate van ASS kenmerken bij ouders. Data van 222 kinderen (met een gemiddelde leeftijd van 7.8 jaar) en hun primaire verzorgers, die eerder verzameld waren als onderdeel van de Social Spectrum Study, werden geanalyseerd. Door middel van lineaire regressieanalyses is zowel het verband tussen de ervaren opvoedbelasting van ouders als de invloed van hun eigen ASS-kenmerken onderzocht, waarbij rekening is gehouden met relevante covariaten. Uit dit onderzoek blijkt dat de ervaren opvoedbelasting van ouders geen significante samenhang vertoont met de ASS-kenmerken van ouders, wanneer relevante covariaten (zoals eigen psychopathologie van ouders, ASS-kenmerken bij kind en de partnerrelatie) toegevoegd worden. Er worden aanwijzingen gevonden dat de opvoedbelasting van ouders van kinderen met ASS meer relatie lijkt te hebben met de algemene ervaren psychopathologie van de ouder dan met de specifieke ASS-kenmerken van die ouders. Verdere replicatie wordt aanbevolen, evenals onderzoek naar interventies voor ouders ter mogelijke preventie van (verdere) stress die het opvoeden van een kind met ASS(-kenmerken) met zich meebrengt.

Download het artikel via deze pagina.

Towards an Ethics of Autism: a philosophical exploration, door Kristien Hens

Door:   Frederik Boven

Onderzoek naar autisme begon bij (kinder)psychiaters en werd vanaf de jaren 1950 overgenomen door experimenteel psychologen. Vervolgens, vooral in de 21e eeuw, verbreedde het autismeonderzoek naar andere vakgebieden, zoals filosofie. De meeste filosofieartikelen over autisme gaan over philosophy of mind en gebruiken autisme als illustratie in een algemene argumentatie over de aard van de menselijke psyche. Een opkomend filosofisch vakgebied is echter dat van de ‘autisme-ethiek’: normatieve reflectie op hoe we met het concept ‘autisme’ en met autistische mensen zouden moeten omgaan. Inmiddels zijn er internationaal tientallen artikelen te vinden die ethische aspecten van autisme bespreken. Deze ethische reflectie is een welkome aanvulling op de overheersende psychiatrische en psychologische perspectieven op autisme.

Lees het artikel via deze pagina.

Mentaliseren en hersenactivatie bij autisme

Door:   Annabel D. Nijhof

De laatste jaren is er toenemende aandacht voor de hypothese dat personen met autisme een tekortkoming hebben in het spontaan representeren van de mentale toestand van anderen, ook wel ‘mentaliseren’ genoemd. Door zowel volwassenen met als zonder autisme te testen op een nieuw ontwikkelde taak werd verdere bevestiging gevonden voor het bestaan van verschillen in spontaan mentaliseren bij personen met autisme, die mogelijk gelinkt kunnen worden aan verminderde hersenactivatie in de rechter temporaal-pariëtale junctie (rTPJ). De rTPJ lijkt een cruciaal hersengebied voor het mentaliseren, en voor sociale verschillen in autisme. Het verdient aanbeveling de hypothese verder te onderzoeken in toekomstige studies. 

Lees het artikel via deze pagina.

Meer lezen? Word abonnee! 

Digitaal nummer bestellen? Klik hier!